header foto
 

Statuten

                                STATUTEN AHC IJBURG

STATUTEN

NAAM EN ZETEL
Artikel 1
1. De vereniging is genaamd:Amsterdamsche Hockey Club IJburg (kortheidshalve aan te 
duiden met: AHC IJburg). [artikel 2:27 lid 1 sub a BW]
2. De vereniging heeft haar zetel in de gemeente Amsterdam.[artikel 2:27 lid 1 sub a BW]

DOEL
Artikel 2
1. De vereniging heeft ten doel het beoefenen van het hockeyspel. [artikel 2:27 lid 1 sub b BW]
2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door het houden van (oefen)wedstrijden
en door alle wettige middelen die aan het doel bevorderlijk kunnen zijn.

BOEKJAAR
Artikel 3
Het boekjaar van de vereniging, ook te noemen verenigingsjaar, loopt van een (1) juli van
enig jaar tot en met dertig (30) juni van het daarop volgende jaar. [artikel 2:10a BW; boekjaar
van KNHB is gelijk aan kalenderjaar, zie artikel 5 statuten KNHB]

LIDMAATSCHAP
Artikel 4
1. De vereniging kent seniorleden, ondersteunende leden, trimleden en ereleden.
Seniorleden, ondersteunende leden, trimleden en ereleden zijn de leden van de vereniging in
de zin van de wettelijke bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en hebben als
zodanig toegang tot de algemene vergadering met stemrecht.
2. Seniorleden zijn zij die als zodanig zijn toegelaten overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 lid
1, dan wel zij die seniorlid zijn geworden op grond van het bepaalde in artikel 6 lid 5.
3. Ereleden zijn zij die wegens hun buitengewone verdiensten jegens de vereniging door de
algemene vergadering daartoe zijn benoemd overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 lid 2.
4. Trimleden: dat zijn de seniorleden die de rechten en verplichtingen van de seniorleden
hebben, met uitzondering van het recht deel te nemen aan de door de Koninklijke
Nederlandse Hockey Bond uitgeschreven competitie.

Artikel 5
1. Aan de activiteiten van de vereniging kunnen onder de benaming van juniorleden jongeren
deelnemen.
2. De vereniging kent voorts leden van verdienste.
3. De juniorleden en leden van verdienste (die niet seniorlid zijn) zijn geen leden van de
vereniging in de zin van de wettelijke bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, doch
hebben toegang tot de algemene vergadering. [artikel 2:13 BW]
4. Juniorleden zijn zij die als zodanig zijn toegelaten overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 lid
1.
5. Leden van verdienste zijn zij die door hun prestaties aanspraak kunnen maken op de
erkentelijkheid van de vereniging en daartoe zijn benoemd overeenkomstig het bepaalde in
artikel 7 lid 3.
6. Aan ieder seniorlid en aan ieder juniorlid komt in de algemene ledenvergadering één stem toe.
Het stemrecht van een juniorlid wordt uitgeoefend door zijn wettelijk vertegenwoordiger(s).

Artikel 6
1. Het lidmaatschap is persoonlijk. [artikel 2:34 BW]
2. Seniorleden zijn zij, die voor één oktober van het lopende verenigingsjaar achttien jaar of
ouder zijn. [artikel 8 lid 1 sub a huishoudelijk reglement KNHB]
3. Juniorleden zijn zij, die voor één oktober van het lopende verenigingsjaar jonger zijn dan
achttien jaar.
4. De juniorleden kunnen in het huishoudelijk reglement nader worden onderscheiden in
juniorleden A tot en met F. [artikel 8 lid 1 sub d tot en met i huishoudelijk reglement KNHB]
5. De juniorleden die aangemeld zijn als trainingslid hebben, indien de mogelijkheid om aan de
KNHB competitie deel te nemen niet bestaat, het recht deel te nemen aan de Zondag Jeugd
Competitie.
6. Een juniorlid wordt seniorlid bij het begin van een nieuw verenigingsjaar, waarin het krachtens
het vorenstaande de daartoe vereiste leeftijd van achttien jaar bereikt, zonder verdere
formaliteiten.
7. Waar in deze statuten en in de reglementen van de vereniging wordt gesproken over "leden"
zonder verdere aanduiding, worden daaronder zowel de seniorleden en de ereleden als de
juniorleden en de leden van verdienste verstaan, en waar in deze statuten en in de
reglementen van de vereniging wordt gesproken over "lidmaatschap" zonder verdere
aanduiding, wordt daaronder zowel het lidmaatschap van de seniorleden en de ereleden als
het lidmaatschap van de juniorleden en de leden van verdienste verstaan, alles voorzover de
statuten en de reglementen geen nader onderscheid maken.

Artikel 7
1. Over de toelating van leden beslist het bestuur.
Minderjarigen kunnen alleen worden toegelaten, als zij in het bezit zijn van een schriftelijke
toestemming van hun wettige vertegenwoordiger. De algemene vergadering kan bij niettoelating
niet alsnog tot toelating besluiten. [artikel 2:33 BW]
2. Ereleden worden op voorstel van het bestuur door de algemene vergadering benoemd.
3. Leden van verdienste worden door het bestuur benoemd.
4. De wijze van aanmelding en de voorwaarden voor toelating van de leden als bedoeld in lid 1
zijn geregeld in het huishoudelijk reglement.
5. De vereniging houdt een ledenregister waarin de namen en adressen van alle leden zijn
opgenomen.

Artikel 8
1. Personen die als lid toetreden of zijn toegetreden tot de vereniging worden daardoor lid van de
Koninklijke Nederlandse Hockey Bond en zijn als zodanig (mede-)onderworpen aan de
statuten, reglementen en besluiten van de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond en zijn
organen, waaronder met name is begrepen de tuchtrechtspraak. [artikel 11 lid 2 statuten
KNHB en artikel 5 lid 1 sub A huishoudelijk reglement KNHB]
2. Personen die een al dan niet betaalde functie binnen de vereniging uitoefenen of zullen
uitoefenen, met uitzondering van hen, die uitsluitend door een financiële bijdrage de
vereniging steunen of zullen steunen en van hen die met de hockeysport generlei bemoeienis
hebben of zullen hebben, dienen zich te
(mede-)onderwerpen aan de statuten, reglementen en besluiten van de Koninklijke
Nederlandse Hockey Bond en zijn organen, waaronder met name is begrepen de
tuchtrechtspraak; daartoe zal de vereniging alle nodige maatregelen nemen en alle vereiste
regelingen treffen, waarbij zo nodig met iedere zodanige individuele persoon een daartoe
strekkende overeenkomst zal worden aangegaan. [artikel 11 lid 2 statuten KNHB en artikel 5
lid 1 sub B huishoudelijk reglement KNHB]

Artikel 9
Het bestuur kan een lid schorsen in alle gevallen, waarin naar het oordeel van het bestuur gerede
aanleiding bestaat tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging of tot ontzetting uit het
lidmaatschap, als voorzien in artikel 10.
Een besluit tot schorsing dient binnen twee maanden te worden gevolgd door kennisgeving aan het
geschorste lid van een besluit van het bestuur tot opzegging van het lidmaatschap dan wel tot
ontzetting uit het lidmaatschap op de voet van al het dienaangaande in artikel 10 bepaalde, bij
gebreke waarvan de schorsing na afloop van die termijn vervalt. Hangende de procedure blijft het lid
geschorst.

Artikel 10
1. Het lidmaatschap eindigt door: [artikel 2:35 BW]
a. overlijden van het lid;
b. opzegging door het lid;
c. opzegging door de vereniging;
d. ontzetting.
2. De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen wanneer een lid heeft opgehouden aan de
vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen
jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd
kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Opzegging door de vereniging geschiedt door
het bestuur.
3. Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging geschiedt voorts door het bestuur, wanneer
het de vereniging krachtens de statuten van de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond verboden
is het betrokken lid als lid van de vereniging te handhaven. [artikel 11 lid 2 statuten KNHB en
artikel 5 lid 1 sub D huishoudelijk reglement KNHB]
4. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de vereniging kan slechts geschieden tegen
het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten
minste twee maanden. Het lidmaatschap kan echter onmiddellijk worden beëindigd indien van de
vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten
voortduren.
5. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid doet het lidmaatschap eindigen op het
vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
6. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem
een besluit is meegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm tot fusie of
tot splitsing. [artikel 2:36 BW]
7. Een lid is niet bevoegd zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang op te zeggen in het geval zijn
geldelijke rechten en verplichtingen worden gewijzigd.
8. Ontzetting kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen
of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
9. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat een lid zijn
verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook dat redelijkerwijs van de vereniging niet
gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting staat
de betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep op
de algemene vergadering open. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met
opgave van redenen in kennis gesteld.
Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst, met dien verstande
dat het geschorste lid het recht heeft zich in de algemene vergadering, waarin het beroep wordt
behandeld, te verantwoorden.
10. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft desalniettemin de
jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.

VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN
Artikel 11
De leden van de vereniging zijn verplicht: [artikel 2:27 lid 1 sub c BW, artikel 11 lid 2 statuten KNHB en
artikel 5 lid 1 sub C huishoudelijk reglement KNHB]
a. de statuten en de reglementen van de vereniging en van de Koninklijke Nederlandse Hockey
Bond, alsmede de besluiten van hun organen na te leven;
b. de verplichtingen, die de vereniging en/of de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond uit naam van
zijn leden aangaat of die uit het lidmaatschap voortvloeien, te aanvaarden en na te leven. Tot
deze verplichtingen behoort onder meer het aanvaarden en nakomen van door de Koninklijke
Nederlandse Hockey Bond, mede namens zijn leden, aangegane verplichtingen jegens een of
meer derden, aangaande de verkoop en/of exploitatie van televisie- en/of radio-opnamen en/of
uitzendrechten;
c. zich voor, tijdens en na de wedstrijd behoorlijk te gedragen;
d. er voor te zorgen dat de door hen te spelen wedstrijden ordelijk verlopen en dat de voorschriften
die, door of vanwege het bestuur en/of het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond
met betrekking tot de handhaving van de orde bij die wedstrijden mochten worden gegeven, stipt
worden opgevolgd;
e. er voor te zorgen dat de belangen of het aanzien van de hockeysport, de vereniging en de
Koninklijke Nederlandse Hockey Bond door hun toedoen niet op ontoelaatbare wijze worden
geschaad;
f. zich tegenover elkander en derden en tegenover de vereniging en/of de Koninklijke Nederlandse
Hockey Bond te onthouden van bedrieglijke handelingen;
g. tot betaling van contributie, zulks met inachtneming van het daaromtrent in de statuten en het
huishoudelijk reglement bepaalde.

GELDMIDDELEN
Artikel 12
1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit de contributies van leden, entreegelden van
nieuwe leden en bijdragen van donateurs, erfstellingen, legaten, lastbevoordelingen, schenkingen
en andere, al dan niet toevallige, baten.
Erfstellingen mogen door de vereniging niet anders worden aanvaard dan onder het voorrecht
van boedelbeschrijving.
2. Ieder seniorlid en juniorlid betaalt een jaarlijkse contributie, waarvan het bedrag wordt vastgesteld
door de algemene vergadering. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld die een
verschillende bijdrage betalen. Ereleden, ondersteunende leden en leden van verdienste (die niet
tevens seniorlid zijn) zijn niet contributieplichtig.
3. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de
verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.
4. Nieuwe seniorleden en juniorleden betalen een entreegeld, waarvan het bedrag wordt
vastgesteld door de algemene vergadering. Dit geldt niet voor seniorleden, die dit worden op
grond van het bepaalde in artikel 6 lid 5.
5. Het huishoudelijk reglement kan bepalingen bevatten terzake van door leden in voorkomende
gevallen aan de vereniging verschuldigde schadeloosstellingen en boeten.

DONATEURS
Artikel 13
De vereniging kent donateurs; dit zijn natuurlijke personen of rechtspersonen die zich als zodanig
hebben aangemeld en zich bereid hebben verklaard de vereniging uitsluitend door een financiële
bijdrage te steunen. Hun toelating en hun rechten en verplichtingen worden in het huishoudelijk
reglement geregeld.

BESTUUR
Artikel 14
1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het besturen van de vereniging opgedragen
aan een bestuur bestaande uit ten minste 3 en ten hoogste 7 natuurlijke personen.
2. De leden van het bestuur worden benoemd door de algemene vergadering. De leden van het
bestuur behoeven geen lid te zijn van de vereniging.
De benoeming geschiedt uit de leden, met dien verstande dat de algemene vergadering kan
besluiten dat een of meer bestuursleden buiten de leden worden benoemd.
[artikel 2:27 lid 1 sub e en artikel 2:37 BW]
3. De leden van het bestuur kunnen door de algemene vergadering te allen tijde worden
ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen twee maanden wordt gevolgd door een
besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. [artikel 2:27 lid 1 sub e BW]
4. Mocht het aantal leden van het bestuur door enigerlei oorzaak te eniger tijd beneden het
statutaire minimum dalen, dan vormen de overgebleven bestuursleden of vormt het
overgebleven bestuurslid rechtsgeldig het bestuur. Het bestuur is in dat geval verplicht ten
spoedigste een algemene vergadering bijeen te roepen, in welke het bestuur tot ten minste
het statutair minimaal aantal personen dient te worden aangevuld.
5. De leden van het bestuur worden in beginsel benoemd voor de duur van drie (3) jaar. Elk
bestuurslid treedt aldus af in de derde jaarlijkse algemene vergadering, volgend op die waarin
zijn benoeming plaatsvond, volgens een door het bestuur op te stellen rooster van aftreden.
Deze periode mag met maximaal 2 periodes worden verlengd. In het Good Governance is
alleen in hoge uitzondering (bijvoorbeeld bouw nieuw clubhuis, verhuizing, etc) het mogelijk
om een derde periode benoemd te worden.
Een in een tussentijdse vacature benoemd bestuurslid neemt op het rooster de plaats van zijn
voorganger in.
Een aftredend bestuurslid defungeert en het nieuw benoemd bestuurslid treedt in functie
onmiddellijk na afloop van de algemene vergadering waarin de benoeming plaatsvond.
Het aftredende bestuurslid is terstond herkiesbaar, behoudens beperkingen vastgelegd in het
huishoudelijk reglement.

Artikel 15
1. De voorzitter van het bestuur wordt als zodanig door de algemene vergadering benoemd. Het
bestuur benoemt voorts uit zijn midden een secretaris en een penningmeester. De functies van
secretaris en penningmeester zijn verenigbaar. [artikel 2:37 lid 7BW]
2. Het bestuur regelt en verdeelt in onderling overleg zijn werkzaamheden, met inachtneming van
de wet, de statuten en het huishoudelijk reglement.
3. Van het verhandelde in elke bestuursvergadering worden door de secretaris notulen opgemaakt,
die door de voorzitter en de secretaris worden vastgesteld en ondertekend.
4. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelen aangaande de vergaderingen van en de
besluitvorming door het bestuur worden gegeven.

Artikel 16
1. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd te besluiten tot het
aangaan van overeenkomsten tot het verkrijging, vervreemding en bezwaring van
registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of
hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot
zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. Deze beperking geldt mede voor de
bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de vereniging ter zake van deze handelingen. [artikel
2:44 lid 2 BW]
2. Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene vergadering voor besluiten tot
[artikel 2:44 lid 1 en 2:45 BW]:
I. het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen, een bedrag van
tienduizend euro (€ 10.000,00) te boven gaande, onverminderd het bepaalde onder II;
II. a. het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van
registergoederen;
b. het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een bankkrediet wordt
verleend.
c. het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden,
waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een aan de vereniging verleend
bankkrediet;
d. het aangaan van vaststellingsovereenkomsten;
e. het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch
met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen, en van het nemen van
de rechtsmaatregelen die geen uitstel kunnen lijden;
f. het aangaan en wijzigen van arbeidsovereenkomsten.
Deze beperking geldt niet voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de vereniging ter
zake van deze handelingen.

VERTEGENWOORDIGING
Artikel 17
1. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging. De vertegenwoordigingsbevoegdheid
komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden. [artikel 2:45 BW]
2. In alle gevallen waarin de vereniging een tegenstrijdig belang heeft met een of meer
bestuursleden kan de algemene vergadering een of meer personen aanwijzen om de vereniging
te vertegenwoordigen. [artikel 2:47 BW]

ALGEMENE VERGADERING
Artikel 18
Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of
de statuten aan andere organen zijn opgedragen. [artikel 2:40 BW]

Artikel 19
1. Degenen die volgens deze statuten of het huishoudelijk reglement toegang tot de algemene
vergadering hebben kunnen daarin het woord voeren.
2. Bovendien hebben degenen die, zonder lid van de vereniging te zijn, deel mochten uitmaken van
het bestuur, de kascommissie en van andere bij of krachtens huishoudelijk reglement in te stellen
commissies van de vereniging, toegang tot de algemene vergadering en zij kunnen daarin het
woord voeren met toestemming van de voorzitter van de vergadering; zij hebben in de algemene
vergadering echter geen stemrecht. Over toelating van andere personen beslist de voorzitter van
de vergadering. [artikel 2:38 en 2:39 BW]
3. Onverminderd het bepaalde in artikel 10 lid 9, hebben geschorste leden geen toegang tot de
algemene vergadering.
4. Ieder seniorlid en ieder erelid dat niet geschorst is heeft op de algemene vergadering één stem.
Het bestuurslid dat geen lid van de vereniging is, heeft een raadgevende stem.
Een lid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gevolmachtigd ander stemgerechtigd lid laten
uitbrengen onverminderd het recht van ouders van juniorleden die tevens seniorlid zijn tot het
bovendien uitbrengen van stemrecht als bedoeld inde eerste volzin van dit artikel 19 lid 4.
5. De voorzitter en de secretaris van het bestuur treden als zodanig ook op bij de algemene
vergadering. Ingeval van hun belet of ontstentenis benoemt de algemene vergadering een
voorzitter en een secretaris van die vergadering uit de andere bestuursleden indien ter
vergadering aanwezig. Is geen van de bestuursleden ter vergadering aanwezig, dan voorziet de
vergadering zelf in haar leiding.
6. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de
voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist
worden vastgesteld en ondertekend. Zij die de vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel
proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken. De inhoud van de notulen of van het procesverbaal
wordt ter kennis van de leden gebracht.

Artikel 20
1. Het bestuur roept de algemene vergadering bijeen, zo dikwijls het dit wenselijk oordeelt, of
wanneer het daartoe volgens de wet, de statuten of het huishoudelijk reglement verplicht is.
[artikel 2:41 BW]
2. De jaarvergadering wordt gehouden binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar. In
de jaarvergadering wordt in ieder geval aan de orde gesteld de goedkeuring van de balans en de
staat van baten en lasten met de toelichting, de benoeming van de in lid 3 van artikel 22
bedoelde commissie voor het volgende boekjaar, de voorziening in eventuele vacatures, de
decharge van het bestuur en de voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de
oproeping voor de vergadering. [artikel 2:48 BW]
3. De bijeenroeping geschiedt bij schriftelijke aankondiging en/of bij aankondiging per e-mail, toe
zenden aan alle leden en aan degenen die volgens artikel 19 lid 2 toegang tot de algemene
vergadering hebben. Als de vereniging een officieel orgaan heeft, kan de bijeenroeping, in
afwijking van het bepaalde in de vorige zin, geschieden door plaatsing van de aankondiging in
dat orgaan. In de aankondiging wordt de agenda opgenomen. [artikel 2:27 lid 1 sub d BW]
4. De oproeping geschiedt niet later dan op de vijftiende dag voor die van de vergadering.
5. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste 20 stemgerechtigde leden, als ook op
schriftelijk verzoek van ten minste tien procent van de stemgerechtigde leden, verplicht tot het
bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na
indiening van het verzoek. Het verzoek moet bij aangetekende brief aan het bestuur worden
gedaan en moet de punten van behandeling bevatten. [artikel 2:41 BW]
Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de
verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze bepaald in lid 3 van dit artikel, of bij
advertentie in ten minste een, ter plaatse waar de vereniging gevestigd is, veel gelezen dagblad.

Artikel 21
1. Alle besluiten, waarvoor bij deze statuten of de wet geen grotere meerderheid is voorgeschreven,
worden genomen bij gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
2. Stemming over zaken geschiedt mondeling, over personen schriftelijk bij gesloten en
ongetekende briefjes, tenzij de vergadering eenstemmig goedkeurt dat mondeling gestemd
wordt. Blanco en ongeldige stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Een besluit kan bij
acclamatie tot stand komen, doch niet, indien een stemgerechtigde aanwezige terzake
hoofdelijke stemming verlangt.
3. Indien de stemmen staken over een voorstel niet betreffende een verkiezing van personen, dan is
het verworpen.
4. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter, dat door de vergadering
een besluit is genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit,
voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt echter onmiddellijk
na het uitspreken van vorenbedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe
stemming plaats, wanneer de meerderheid der algemene vergadering of, indien de
oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige
dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de
oorspronkelijke stemming. [artikel 2:13 BW]
5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft
een tweede stemming, of in geval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de
voorgedragen kandidaten, plaats. Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid
verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte
meerderheid heeft gekregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij
deze herstemmingen, waaronder niet is begrepen de tweede stemming, wordt telkens gestemd
tussen de personen, op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de
persoon, op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is
bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon
uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van die personen bij de nieuwe stemming
geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. In geval bij een stemming tussen twee
personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.
6. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits
met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene
vergadering. [artikel 2:40 lid 2 BW]
7. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen
geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde
komende onderwerpen ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de
voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van
vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.

FINANCIËLE ADMINISTRATIE, JAARVERSLAG, REKENING EN VERANTWOORDING
Artikel 22
1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te
houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. [artikel
2:10 lid 1 BW]
2. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het
boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, een jaarverslag
uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en
de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over. Deze
stukken worden ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van een of meer
van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na verloop van de
termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuursleden in rechte vorderen dat zij deze
verplichtingen nakomen. [artikel 2:48 lid 1 BW]
3. De algemene vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie van ten minste twee
personen, die geen deel van het bestuur mogen uitmaken. De commissie onderzoekt de balans
en de staat van baten en lasten met de toelichting en brengt aan de algemene vergadering
verslag van haar bevindingen uit. Het bestuur is verplicht de commissie ten behoeve van haar
onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de
waarden te vertonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging
voor raadpleging beschikbaar te stellen. Vereist het onderzoek bijzondere boekhoudkundige
kennis, dan kan de commissie zich door een deskundige doen bijstaan. [artikel 2:48 lid 2 BW]
4. De last van de commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen,
doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
5. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de leden 1 en 2 gedurende zeven jaren te
bewaren. [artikel 2:10 lid 3 BW]
6. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans
en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en
bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave van de gegevens en
deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd
leesbaar kunnen worden gemaakt. [artikel 2:10 lid 4 BW]
7. Goedkeuring van de jaarrekening door de algemene vergadering strekt het bestuur niet tot
decharge over het afgelopen boekjaar. [analoog aan artikel 2:49 lid 3 BW]

REGLEMENTEN
Artikel 23
1. De vereniging heeft een huishoudelijk reglement, hetwelk door de algemene vergadering wordt
vastgesteld en kan worden gewijzigd en aangevuld op de wijze als daarin bepaald. Het
huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten in strijd met de wet en de statuten.
2. Het huishoudelijk reglement en eventuele andere reglementen van de vereniging bevatten al
hetgeen in aanvulling en ter uitvoering van de statuten nadere regeling behoeft dan wel wenselijk
doet zijn.

STATUTENWIJZIGING
Artikel 24
1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van
een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van
de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering
bedraagt ten minste zeven dagen. [artikel 2:42 en 2:43 BW]
2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot
statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift
van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe
geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering
wordt gehouden.
3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van ten minste twee derden van de
uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste twee derden van de leden aanwezig
of vertegenwoordigd zijn. Is dit vereiste gedeelte van de leden niet aanwezig of
vertegenwoordigd, dan wordt na die vergadering een tweede vergadering bijeengeroepen, te
houden niet eerder dan veertien dagen en niet later dan zes weken na de eerste vergadering,
waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het
aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid
van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen.
4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.
Tot het doen verlijden van zodanige akte is ieder bestuurslid bevoegd.
5. Wijzigingen in de statuten en/of de reglementen van de vereniging dienen onmiddellijk ter kennis
van het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond te worden gebracht. [artikel 11 lid
2 statuten KNHB en artikel 5 lid 1 sub E huishoudelijk reglement KNHB]

ONTBINDING EN VEREFFENING
Artikel 25
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het
bepaalde in de leden 1 en 3 van het vorige artikel is ten aanzien van een zodanig besluit van
overeenkomstige toepassing. [artikel 2:19 BW]
2. Bij ontbinding van de vereniging wordt haar vermogen vereffend door de bestuursleden, indien en
voor zover de algemene vergadering niet anders bepaalt. [artikel 2:23 BW]
3. Hetgeen na voldoening van de schuldeisers van het vermogen van de ontbonden vereniging is
overgebleven, wordt naar evenredigheid overgedragen aan de leden. Bij het besluit tot ontbinding
kan door de algemene vergadering aan hetgeen na voldoening van de schuldeisers van het
vermogen van de ontbonden vereniging zal overblijven echter ook een andere bestemming
worden gegeven. [artikel 2:27 lid 1 sub f BW]
4. De algemene vergadering benoemt de persoon die de boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers van de ontbonden vereniging gedurende zeven jaren dient te bewaren. [artikel 2:24 BW]

ALGEMENE BEPALING
Artikel 26
In alle gevallen waarin de wet, de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging niet voorzien, 
beslist het bestuur. Van zodanige beslissingen doet het bestuur mededeling aan de eerstvolgende
algemene vergadering.